Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In [1]het begin des koninkrijks van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord tot Jeremia van den HEERE, zeggende: 1. Elf jaren voor het koninkrijk van Zedekia, als Nebukadnezar nog niet koning van Babel was, gelijk afgenomen wordt uit hfdst.25 vs.1, ontving Jeremia bevel van hetgeen hij doen en zeggen zou ten tijde van den koning Zedekia, gelijk uit het volgende blijkt. Zie vs.3,12.